Al langere tijd broeit er iets, nog niet duidelijk, maar het broeit.

Afgelopen week las ik een column over het vasthouden aan een verhaal, het verhaal van je leven.
En ik dacht: aan welk verhaal houd ik vast? En klopt dat verhaal? Is het compleet?
Heb ik het nog nodig? Of kan ik het loslaten? Deze column raakte aan dat wat broeit.

Bepaalde mensen uit mijn leven heb ik in hokjes geplaatst en een etiket gegeven, voor een tijd hielp dit, dit schepte bij mij duidelijkheid. En die duidelijkheid had ik nodig. Maar heb ik dit nog steeds nodig?

De laatste 20 jaar is het completer geworden, puzzelstukken vielen op hun plek, nadat ik deze puzzelstukken niet meer ontkende. Ik heb er tegenaan geschopt, maar op een gegeven moment moest ik zelf mijn plek innemen en opeisen, mijn plek in de puzzel.

Daarmee was niets direct opgelost, of over, of minder zwaar, maar het werd er ook niet slechter van. Uiteindelijk, beetje bij beetje werden de lichte periodes langer en langer.

En wat kan er gebeuren als ik mijn boosheid loslaat? Als ik ga vergeven? Als ik mijn verhaal opschud en completer maak? Als ik etiketten weghaal? Is het de angst voor het onbekende dat me weerhoud? Is de tijd niet rijp? Ga ik mijn roots omhelzen?

Een hond die op jonge leeftijd is geslagen of getrapt, blijft zich altijd als een geslagen of getrapte hond gedragen.
Voor ons mensen is het net zo lastig om anders in het leven te gaan staan, of te blijven staan, of weer opnieuw.

Mijn verhaal blokkeert me soms, in het maken van contact, in het moment.

Gaat ’t om ‘t doen? Dus stoppen met graven, maar doen? Door doen kan ik helen.

Vanaf te jonge leeftijd weet ik -niet bewust- dat mensen die dichtbij je staan onbetrouwbaar kunnen zijn.
Langzaam verdween ik. In mijn puberteit kwam er een omslagpunt, ik ging mezelf overschreeuwen, dat sloopte me net zoals het 1e.

De laatste jaren zit ik regelmatig op de middenweg. Ik ben dichterbij mezelf dan ooit, weet ik.
Er zit veel minder mist in mijn hoofd. En het is sneller weg. Hierdoor ben ik meer aan het leven en minder aan het overleven.

We vallen vaak in herhaling, zoeken en vinden vaak het bekende, ik ook.
Ik zie veel dezelfde patronen, in contact met mensen, relaties, liefdesrelaties, werk, etc.
De bewustwording volgt sneller, gelukkig. En ik ben veel milder, eerst voor anderen en tegenwoordig ook voor mezelf.

Toch dacht ik laatst: vooral de vormen worden fijner, de vormen om de depressie buiten de deur te houden. Maar, moet ik ’t wel buiten de deur houden?

’t Ontkennen is weg, het verdwijnen of overschreeuwen merk ik eerder op, maar een echte remedie is er niet?
Part of life?
Ik denk ‘t. De sleutel zit vaak in het erkennen, tenminste voor mij werkt dat zo.
Daarna wordt alles langzaam zachter, milder en lichter.

Langzaam wordt mijn verhaal completer. Zo compleet dat ik het niet meer hoef vast te houden? Zelfs dit verhaal niet? 🙂

’t Licht & ’t donker horen bij mij.

Fijne kerstdagen, geluk, gezondheid en liefde voor 2019!